Bordeelschans

1604?

Terug naar overzicht

25 april 1604. Een enorme vloot van 800 schepen zet koers vanaf de Rede van Vlissingen naar het Eiland van Cadzand. Aan boord: 11.000 soldaten onder aanvoering van prins Maurits. Doel: Oostende bevrijden van een bijna drie jaren durende omsingeling door de Spanjaarden. De havenstad is het laatste bolwerk van de Staatsen in Vlaanderen (samen met de stadjes Biervliet, Terneuzen en Axel). Voor hen is het een belangrijk bruggenhoofd van waaruit ze het de Spanjaarden flink lastig maken.

In rap tempo veroveren de Staatsen het eiland. Ze slagen er echter niet in het Zwin over te steken en besluiten Oostende via een omweg te benaderen. De Spaanse forten bij Oostburg, IJzendijke en de vesting  Aardenburg worden een voor een veroverd. Dan richt Maurits zijn pijlen op Sluis, de basis van Spaanse galeien, die de bevoorrading van Oostende over zee ernstig hinderen.

Om het Zwin te kunnen afsluiten trekken de Staatsen om Sluis heen en bezetten de westelijke oever van het Zwin… het beleg van Sluis begint.

Maurits laat rond Sluis een ondoordringbare keten van verdedigingswerken opwerpen (een zogenaamde circumvallatielinie). De Spaanse troepen in de stad kunnen geen kant meer op. De hongerdood en besmettelijke ziekten dreigen voor de burgers van de stad én de 3000 à 4000 soldaten en meer dan 1400 galeislaven die er zijn gelegerd. 

Na twee maanden komt de Spaanse veldheer Spinola met een ontzettingsleger te hulp, maar die actie loopt uit in een bloederig fiasco. Sluis is verloren voor Spanje. Na drie maanden geeft de Spaanse bezetting zich over.

In de circumvallatie-linie rond Sluis waren maar liefst 13 schansen verwerkt. Het waren kleine vierkante forten, met op iedere hoek een bastion en omgeven door een gracht. Eén daarvan was de Bordeelschans.

 

Op de kaart van J. Blaeu (1649), die het beleg van Sluis toont, is te zien dat de Bordeelschans met een zig-zag lopende liniedijk was verbonden met het Buyckfort. Samen met de Krabbeschans lagen de forten lagen op de noordoever van een kreek, die onderdeel uitmaakte van een uitgebreid krekenstelsel in het onderwater gezette gebied ten oosten, zuiden en zuidwesten van Sluis.  

Sommige schansen zijn na de inname van Sluis hersteld of uitgebreid (zoals de Krabbeschans) en behielden hun militaire functie. De Bordeelschans is waarschijnlijk niet meer hersteld. Op een kaart uit 1622 staat vermeld dat de schans is afgebroken.

In 2012 werd de Bordeelschans gedeeltelijk gereconstrueerd in het kader van Interreg IV-A project “Forten en Linies in Grensbreed Perspectief”.

 

Het woord bordeel komt van het Middelnederlands “bordel” (1276-1350), dat “hut of krot” en “huis van ontucht” betekent. “Bordel” komt uit het Oudfrans (12e eeuw) en betekent in die taal precies hetzelfde. Het is een verkleinwoord van “borde”, wat Oudfrans is voor “boerenhuis” of “planken hut”. “Borde” komt van het Frankische “borda”: een plank (vgl. boord).

De herkomst van de naam van het fort is dus misschien wel minder ondeugend dan het doet vermoeden.