De Bedmarlinie

1701 - 1702

Terug naar overzicht

In het Stropersbos vinden we enkele tastbare overblijfsels van de Bedmarlinie. Tussen 1702 en 1713 werd een nieuw Europees conflict uitgevochten nadat de kinderloze Spaanse koning de kleinzoon van zijn Franse collega Lodewijk XIV als erfgenaam had aangeduid. De markies van Bedmar begon aan de vooravond van deze Spaanse Successieoorlog in ijltempo de grens te versterken. Hij herstelde oude verdedigingswerken en richtte op strategische plaatsen nieuwe forten op. De forten werden met elkaar verbonden via waterlopen en verdedigingsdijken. De Bedmarlinie liep van Nieuwpoort tot Hoei, maar het noorden van het Waasland kreeg bijzondere aandacht gezien het gevaar op vijandelijke uitvallen vanuit Hulst.

Vanaf Stekene liep de linie in noordelijke richting langs de Stekense vaart. Ter hoogte van de Paal in Kemzeke boog de linie af naar het oosten. Op deze strategische plaats bouwden de ingenieurs het fort Sint-Jan op de restanten van een klein fort uit de Tachtigjarige Oorlog. Dit grote vierkante fort is relatief goed bewaard aan de westelijke ingang van het Stropersbos, maar wordt vandaag doorsneden door de drukke weg van Hulst naar Sint-Niklaas.  Vanaf fort Sint-Jan liep de Bedmarlinie dwars door het Stropersbos. De verdedigingsgordel bestond hier uit een brede natte gracht en een aarden wal van enkele meters hoog en was op regelmatige afstanden van driehoekige uitstulpingen (redans) voorzien. De liniegracht bleef op een aantal plaatsen in het bos mooi bewaard.   Enkele jaren geleden werd bij het natuurinrichtingsproject van het Stropersbos ook een kort stuk van de liniewal gereconstrueerd.