Koningsdijk

1673

Terug naar overzicht

De Koningsdijk werd in 1673 aangelegd op de grens tussen de Zuidelijke Nederlanden (het latere België) en de Republiek der Nederlanden. Deze grens werd bepaald door de posities van de strijdende partijen op het einde van de Tachtigjarige oorlog in 1648. Hulst was op het einde van de oorlog veroverd door de Hollanders terwijl het Land van Waas in Spaanse handen was gebleven. Ter hoogte van De Klinge koos men ervoor om de landsgrens te laten samenvallen met de vroegere grens tussen het Land van Waas en het Hulsterambacht. Er was in deze periode nog geen natuurlijke grens en de bestuurlijke grens liep gewoon dwars door de polder.

Tijdens de Hollandse Oorlog (1672-1678) kwam de Republiek in conflict met het machtige Frankrijk. Hulst vreesde voor een invasie en liet de dijken rond de stad doorsteken om de vesting te versterken. Een gevolg hiervan was dat ook de landen langs de Spaanse kant van de grens wateroverlast hadden. Dit inspireerde de lokale polder om werk te maken van een dijk op de grens die moest voorkomen dat de Hollanders hun landen konden laten overstromen.

 

Bij de aanleg van de Bedmarlinie in 1701 werd de Koningsdijk versterkt en mee opgenomen in de grenslinie. De Koningsdijk vormde de verbinding tussen de forten Bedmar en Verboom. De dijk bleef ook na de Spaanse Successieoorlog bewaard wegens de blijvende inundatiedreiging. Vandaag is op de kruin van de dijk een recreatief fietspad aangelegd van waarop je een prachtig zicht hebt op de polders langs beide zijden van de grens.