Biervliet

1592

Terug naar overzicht

Van de 12e tot in de 14e eeuw was Biervliet een aanzienlijke stad. De welvaart van de stad was te danken aan de bloeiende zoutindustrie, waarbij zout uit veen werd gewonnen. Rond 1400 was bijna al het veen in de omgeving ontgraven en ging het economisch bergafwaarts met de stad. In die tijd eisten ook zware stormvloeden hun tol en kwam de stad op een eiland te liggen. In het begin van de Tachtigjarig Oorlog waren zowel de stad, als het eiland waarop het lag flink in omvang afgenomen.

Begin jaren ’80 van de 16e eeuw maakte Alexander Farnese, de latere hertog van Parma, zich op voor een veldtocht door Vlaanderen, met als doel deze landstreek te heroveren voor de Spaanse kroon. In 1583 viel het Land van Waas in zijn handen. Als reactie daarop bezetten Staatse troepen onder leiding van Filips, graaf von Hohenlohe, het havenplaatsje Ter Neuzen en het stadje Biervliet.

 

In 1592 – 1593 bouwden de Staatsen een fortificatie binnen de omwalling van de oude stad. Het werd een vijfhoekig fort van aarden wallen, met op elke hoek een bastion en omgeven door een gracht met contrescarp. Het fort lag in de noordoosthoek van de oude stad en grensde aan de noordoostzijde aan zee. Aan die kant diende de omwalling dan ook als zeewering. Vanwege de ligging direct aan zee werd het binnenplein twee tot drie meter opgehoogd. Na de tachtigjarige Oorlog verloor de vesting haar functie. In 1688 werd besloten de vesting af te breken. In de eeuwen die volgden werd de vesting stukje voor stukje afgebroken. Thans is er weinig meer van over. De gedempte grachten en afgegraven wallen zijn nog te herkennen als respectievelijk lagere delen en hogere delen binnen de bebouwde kom. Het bastion waarop de molen stond (en nog staat) is ook nog vrij aardig herkenbaar.